zaterdag 28 maart 2015

Finale Campusdichter 2

Afgelopen donderdag was het dan zover: de finale van de Campusdichter UvA/HvA. Er was bijzonder weinig over te vinden via het internet, alle informatie die ik had, kwam eigenlijk uit de e-mail die ik ontvangen had, en daarnaast had ik via twitter drie medegenomineerden weten te achterhalen. Er was helaas geen lijstje beschikbaar met de namen van alle finalisten, en ook op de website van Folia of de UvA of HvA was niet veel meer te vinden dan de aankondiging om mee te doen, afgezien van de agenda op de website van de HvA waarin stond dat de bijeenkomst van 16.00 tot 18.00 zou zijn. Het was ongeveer kwart over vier toen een collega mij hier attent op maakte en mij daardoor een halve hartverzakking bezorgde. Ik mailde en twitterde er paniekerig op los en werd toen gelukkig al snel gerustgesteld: het zou gewoon om 19.00 beginnen. Mooi. 

Het had natuurlijk een reden, dat er niet breeduit gecommuniceerd werd om zo veel mogelijk publiek te trekken, en die reden werd al snel duidelijk. De bijeenkomst was nog maar nauwelijks begonnen toen de Maagdenhuisbezetters zich met gitaren, trommels en protestbordjes voor het grote raam van Spui25 opstelden om weer eens even goed te demonstreren. Dit deed mijn zenuwen, die tóch al ruimschoots aanwezig waren, niet bepaald goed. Pas toen een van de andere finalisten naar buiten ging om hen te bezweren dat hij helemaal aan hún kant stond en dat het hier wel om een alfa-gelegenheid ging, wat hen toch deugd zou moeten doen, vertrokken ze. Inmiddels waren er echter al wel twee finalisten geweest die hun gedicht ten gehore hadden gebracht, wat ik erg moedig van hen vond. 

Het niveau was sowieso vrij hoog. Van tevoren had ik al wel gedacht dat de voorkeur uit zou gaan naar een student, en nu bleek dat juist de studenten die meededen ook echt goede gedichten hadden, dus toen achtte ik mezelf al helemaal tamelijk kansloos. Dat gaf niets. Ik was blij dat ik een finalist was, dat ik weer eens de kans had om voor een publiek een gedicht voor te dragen, maar ik vond het niet echt heel erg dat ik het niet geworden ben, omdat mijn leven op het moment al voldoende verplichtingen kent en ik niet per se nog een extra verplichting als campusdichter wilde hebben - hoe leuk die verplichting ook zou zijn geweest.

Het voordragen ging goed. Van tevoren twijfelde ik erg over hoe ik dit gedicht moest brengen. Er zit een citaat van een liedje in waarbij steeds een deel van een zin wordt herhaald, en het leek me nogal suf (en moeilijk!) om dat zelf te moeten herhalen, dus wilde ik het publiek vragen om dat voor mij te doen. Ik wist alleen niet of het publiek dat wel wilde en durfde, misschien zouden zij nog meer schroom ervaren dan ik, of ze zouden denken: 'Nou ja hè, ik kom voor een andere finalist dus ik ga jou mooi niet helpen.' Dat zou heel begrijpelijk zijn geweest, maar het was een aardig publiek en er waren genoeg mensen zo vriendelijk om de zinsneden te herhalen waardoor ik dat niet zelf hoefde te doen. 

Wat overigens heel bizar was, was dat de jury óp het podium zat. Zij konden dus vooral de reacties van het publiek goed zien, en van heel nabij (maar wel van opzij) hoe de dichter het gedicht voordroeg. Het was wel wat intimiderend om zo dicht bij de jury mijn gedicht voor te dragen, maar anderzijds had het ook voordelen: ik zag ze niet, maar hoorde ze wel lachen. Dat leek mij een goed teken. Na de voordracht stelde de presentator, Bob van Toor, nog een aantal vragen, waar ik achteraf een minder goed gevoel over had, maar dat is altijd zo, achteraf verzin je natuurlijk de briljantste antwoorden.

Mijn gedicht ging over de Maagdenhuisbezetting, dus ik was blij dat de demonstranten verdwenen waren toen ik het voordroeg (ik wist niet of ze het door het raam heen zouden kunnen horen en had geen zin om dat te moeten testen). Misschien ging de voorkeur van Louise Gunning uit naar iemand die dat soort onderwerpen uit de weg ging, wie weet. Uiteindelijk ging de voorkeur van Louise Gunning (en de rest van de jury) in elk geval uit naar Bugra Gedik (met de Turkse uitspraak spreek je het uit als: Buğra), een keuze waar ik heel goed mee kan leven. Zijn voordracht was goed, zijn gedicht was goed, hij is een student en ik ben er zeker van dat hij het goed gaat doen. Zie voor zijn gedicht hier: Bugra Gedik wordt eerste campusdichter.

En tot slot, mijn gedicht:



Kamperen

Het woord campus doet mij altijd aan scoutingkampen denken:
legertenten, brood verbranden in een kampvuur en eindeloos veel liedjes zingen: 
'kabouters zijn (kabouters zijn)/ altijd paraat (altijd paraat)' bijvoorbeeld.

Dit komt weinig overeen met de campussen zoals ik ze nu leer kennen, 
al vliegen er wel wat verdwaalde vleermuizen rond en worden ook hier
sinds kort leuzen gescandeerd. 

Een tijdje terug probeerden studenten het Maagdenhuis weer eens te bezetten, 
net toen ik daar aan het werk was. Ik vroeg me af of we ons onder tafels 
moesten verschuilen, dat bleek niet zo te zijn. Een paar maanden later 
werd het Maagdenhuis bezet en was ik blij dat ik daar niet aan het werk was. 

Het woord campus doet mij steeds meer aan scoutingkampen denken, 
al wapperden we daar niet met onze handen en hielden we ons niet bezig 
met huisvestingsbeleid. In plaats daarvan zongen we: 
'laat ons blijven zwerven door het Brabantse land' en gebruikten onze energie 
voor het hameren op haringen. 

zaterdag 21 maart 2015

Finale Campusdichter

Het is alweer een tijdje geleden dat ik iets op deze blog schreef. Sinds ik als archiefmedewerker bij de UvA/HvA werk, staat mijn hoofd vaak naar andere zaken, zoals: hoe kan ik ervoor zorgen dat de informatievoorziening bij HuisvestingsOntwikkeling en Bureau Nieuwbouw goed geregeld is en dat medewerkers gemakkelijk documenten met elkaar kunnen uitwisselen? Ik ben dus vooral druk met documenten van anderen. Toch schreef ik zelf ook nog wel eens een gedicht, al heb ik daar de afgelopen tijd vervolgens niet veel mee gedaan. Dat veranderde toen ik deze oproep zag op de site van de Hogeschool van Amsterdam:

"DE CAMPUSDICHTER


In 2015 kiezen UvA, HvA en Folia voor het eerst de Campusdichter: de bard (m/v) die het treffendst de waarheid liegt. De Campusdichter studeert of werkt bij UvA of HvA en schrijft over alles wat daarbij hoort – onderwijs, onderzoek, Amsterdam, tentamens, werkdruk, of SIS – maar ook over actuele thema’s uit het nieuws. Als Campusdichter draag je je poëzie voor tijdens bijvoorbeeld de opening van het hogeschooljaar, de Dies, de opening van het academisch jaar. Ook worden je gedichten geregeld in Folia gepubliceerd."

Als medewerker van zowel de UvA als de HvA die van schrijven houdt, kwam ik hier zeker voor in aanmerking, leek me zo. Bovendien gebeurt er momenteel zo veel dat er aan goede onderwerpen geen gebrek is. Dus ik deed mee. 

En nu ben ik een van de 12 finalisten die aanstaande donderdag in Spui 25 haar gedicht over het onderwerp 'Leren in Amsterdam' mag voordragen. De jury (bestaande uit Louise Gunning, Thomas Vaessens en Thomas van Aalten) bepaalt vervolgens wie de campusdichter wordt. Ik ben benieuwd!

maandag 21 oktober 2013

Sinterklaasliedjes: een inventarisatie

Het ziet ernaar uit dat we binnenkort Sinterklaas zonder Pieten zullen gaan vieren. Dat hoop ik althans. De andere optie is dat we helemaal geen Sinterklaas meer zullen vieren, wat ik persoonlijk enorm jammer zou vinden. Ik heb goede herinneringen aan 5 december en alles daaromheen. Bijvoorbeeld aan het zingen van liedjes bij het zetten van de schoen. Daarom leek het mij tijd worden om een inventarisatie te maken van de liedjes die we zullen kunnen blijven zingen, liedjes die enigszins moeten worden ingekort, en liedjes die in vergetelheid zullen raken.

Liedjes die mogen blijven:

- Sinterklaas kapoentje (heeft zo weinig inhoud dat Zwarte Piet er niet eens aan te pas komt)
- Sinterklaasje bonne bonne bonne (idem)
- O, kom er eens kijken (jammer eigenlijk, want dit lied moedigt vooral aan tot materialisme. Al die cadeautjes die opgesomd worden, en dat is dan alleen nog maar bij het schoen zetten!)
- Zie de maan schijnt door de bomen (ook in dit lied wordt Zwarte Piet niet genoemd. Nu ik de tekst nog eens goed bekijk, valt vooral deze strofe mij op: 
Maar ik vrees niet dat wij klagen;
vader, moeder zijn te goed!
Was het ook niet alle dagen,
meestal waren wij toch zoet. 
Misschien interpreteer ik het verkeerd, maar wordt hier niet gesteld dat het van de ouders afhangt wat de kinderen krijgen? Sinterklaas wordt verder niet genoemd, alleen in de bijzin: 't Avondje van Sinterklaas... Dit lied lijkt mij vooral geschikt voor kinderen die überhaupt niet meer in Sinterklaas geloven)
- Hij komt, hij komt, die lieve goede Sint (helaas, zou ik eraan toe willen voegen, want dit lied is me toch iets té zoet: 'Mijn hartje klopt, mijn hartje klopt zo blij')
- Wie komt er alle jaren ('daar heel uit Spanje varen' melden diverse bronnen. Wat een rare zin. Die 'heel' is natuurlijk een afkorting van 'helemaal', maar dan nog. Maar zonder Zwarte Piet, dus toegestaan)
- Hoor wie klopt daar kind'ren (want het is Sinterklaas die hier tegen het raam aan tikt, niet Zwarte Piet!)
- Hoor de wind waait door de bomen (hoera! Het woord 'gewis' kan nog eeuwenlang blijven voortbestaan! 'Ja gewis, dan kwam hij wel')


Liedjes die ingekort moeten worden:

- Zie ginds komt de stoomboot (gaat prima, tot het begin van de tweede strofe: 'Zijn knecht staat te lachen'. Knecht! Dat kan natuurlijk niet, dus voortaan eindigt dit lied bij: 'Hoe waaien de wimpels, al heen en al weer.')
- Zachtjes gaan de paardenvoetjes (wees gerust Amalia, je kan dit lied blijven zingen voor Sint en Piet en het Nederlandse volk. Alleen dat 'en zijn zwarte Pieterbaas' moet weggelaten worden, maar dan moet je maar extra ''t Schimmeltje draagt met gemak, Sinterklaasje over 't dak' of 'Paardje is nog lang niet moe, maar ik moet naar bedje toe' zingen)
- Sinterklaas is jarig (de eerste strofe gaat prima, maar in de laatste zin van de tweede strofe gaat het toch over een knecht: 'en zijn knecht vertelt hem, wat hij heeft gehoord'. Jammer, het is net zo'n fijn moraliserend liedje.)
- Jongens, heb je het al vernomen ('t Knechtje, ja, die zwarte man' gaat het in de tweede strofe, dus ook hierbij kun je alleen de eerste strofe zingen. Maar persoonlijk kénde ik ook alleen de eerste strofe, dus dat is niet een al te groot gemis.)


Liedjes waar we afscheid van moeten nemen:

- Daar wordt aan de deur geklopt (ja, dit lied had al veel eerder afgeschaft moeten worden: 'Want al ben ik zwart als roet, 'k meen het toch goed', daar kan zelfs de grootste Pietenvoorstander geen goed excuus voor vinden)
- Zwarte Piet ging uit fietsen (gaat al fout in de titel, en dan zijn we nog niet eens bij: 'Ik geloof dat er in mijn achterband een pepernootje zit', waarna de smid hem keihard uitlacht)
- Op de hoge, hoge daken (dit hele lied gaat over Zwarte Piet. Al wordt hij wel 'beste' en 'slim' genoemd en is het eigenlijk vooral Sinterklaas die zich hier van zijn slechte kant laat zien. 'Want ze [ongehoorzame kinderen] doen me maar verdriet')
- Sinterklaasje kom maar binnen met je knecht (tsja)
- Dag Sinterklaasje (er zal een nieuw afscheidsliedje moeten komen. De tekst van dit lied is al saai, maar als je ook nog alle keren dat je 'Zwarte Piet' brult moet weglaten, houd je helemaal niets meer over)


Conclusie: vijf liedjes kunnen tegenwoordig echt niet meer, van vier kunnen we alleen de eerste strofe zingen (geeft niets, kinderen hebben tegenwoordig toch al niet bijster veel concentratievermogen) en maar liefst acht liedjes kunnen gezongen blijven worden. Het lijkt erop dat Zwarte Piet niet nodig is om voldoende liedjes bij de schoorsteen of de pui te kunnen zingen.

[aanvulling]

Nadat ik deze blog gepost had, bedacht ik ineens nóg vier Sinterklaasliedjes. Om de inventarisatie completer te maken, wilde ik deze ook nog graag noemen. Mocht je er nog één weten, laat het gerust weten!

- Sinterklaas goedheiligman (toegestaan!)
- Sinterklaas, die goede heer (de eerste en laatste strofe kunnen, maar ''t Is de knecht zo zwart als roet, die het speelgoed dragen moet' is eigenlijk zó fout dat ik ernaar neig om dit lied ook maar helemaal af te schaffen. En dat poëtische 'appeltjes van oranje' komt toch ook al voor in Sinterklaas goedheiligman, dus dat moeten we dan maar extra zingen)
- De zak van Sinterklaas (Zwarte Piet komt hier niet in voor, dus het mag, maar persoonlijk heb ik 'o jongens, jongens 't is zo'n baas' altijd nogal een bizarre tekst gevonden en dan heb ik het nog niet eens gehad over de idiote associaties die andere mensen bij dit lied hebben)
- Rommel de bommel, wat een gestommel (helaas, net als het lied een beetje leuk begint te worden, qua melodie en ritme enzovoorts, gaat het met de tekst helemaal de verkeerde kant op: 'Het is Sinterklaas, met zijn knecht Pieterbaas')


Nieuwe conclusie: tien liedjes zonder Zwarte Piet, vijf waarbij Zwarte Piet pas in de tweede strofe ten tonele wordt gevoerd en zes die we niet meer mogen zingen. 

maandag 1 juli 2013

Park Picknick Poëzie 2013: Verslag

Gisteren heb ik opgetreden bij Park Picknick Poëzie. Ik weet niet precies wat voor magische krachten Fred Penninga (degene die alles organiseert) bezit, maar elke keer dat ik PPP bezocht heb, was het prachtig weer. 'Misschien krijg ik nog meer sproeten,' zei ik hoopvol tegen Nicole, maar bij thuiskomst bleek dat mijn hele hoofd verbrand was. 

Muziekgroep Pekel was ook weer aanwezig, dus we konden met z'n allen het Griftparklied zingen. Nou, dat was precies zo leuk als het klinkt. Het goede aan Pekel is dat het ook leuk is als je niet van folkmuziek houdt, want uiteindelijk kun je de neiging om mee te zingen met teksten als 'Hoog is de zolder, laag is de vloer' toch niet bedwingen. Het helpt ook als je ze al vaker gezien hebt, dus wat dat betreft vind ik het een goede gewoonte van Fred om ze steeds opnieuw uit te nodigen.

Maar er was natuurlijk ook poëzie. Nicole was eerst en ze deed het hartstikke goed. Ik was in het tweede blokje en bij mij ging het eigenlijk ook gewoon goed. Verder traden o.a. Ruben van Gogh en Ingmar Heytze op, dus er was genoeg mooie poëzie om naar te luisteren. Publiek was er ook, voor een significant deel bestond het uit kinderen die schaafijs aan het eten waren en daardoor hopelijk niet zo gelet hebben op de (homo-)erotische gedichten die door sommige dichters werden voorgedragen. Zelf heb ik dat roze tintje maar vooral uit laten komen in mijn kledingkeuze. 
Al met al was het een erg geslaagde Park Picknick Poëzie. Volgend jaar is de tiende editie, dan hoop ik zeker weer aanwezig te zijn. Door dit optreden, en ook door de Shut up and write waar ik afgelopen donderdag naartoe ben gegaan, heb ik in elk geval weer een hoop zin gekregen om me weer meer bezig te houden met schrijven. 

vrijdag 21 juni 2013

Park Picknick Poëzie 2013

Volgende week zondag doe ik mee met Park Picknick Poëzie 2013. Ik heb al eerder meegedaan en toen was het stralend weer, hopelijk wordt het dat dit jaar weer. 29 juni is het Roze Zaterdag en het thema sluit hierop aan, dus het is de bedoeling dat er veel 'gedichten met een roze inhoud' worden voorgedragen. Nu is dat thema gewoonlijk niet echt prominent aanwezig in mijn gedichten, maar dat mijn vrouw ook bij Park Picknick Poëzie optreedt, lijkt me eigenlijk al roze genoeg.

De poëziemiddag is in het Griftpark te Utrecht en begint om 14.00. 

donderdag 7 maart 2013

Ik ben persoon 12


Persoon 1 kwam op het idee. Ze kwam op het idee in de week waarin ze ging samenwonen met haar vriendje en haar jaarcontract met weer een jaar verlengd was. Het was tijd voor een reünie.

Ze verstuurde een e-mail. Persoon 2 las die niet, want zijn adres (ikhoudnietvanerwtensoep@hotmail.com) was onbruikbaar geworden. Ook persoon 3 zou de e-mail niet ontvangen. Persoon 3 woonde tegenwoordig in een klooster in India, waar de internetverbinding niet optimaal was. De overige dertig personen lazen de e-mail. Ze hadden gedachten die varieerden van ‘Een reünie, wat tof, hier heb ik al die jaren op zitten wachten!’ tot ‘O nee hè, niet weer’. Daarna sloegen ze collectief aan het googelen.

Zo kwamen ze erachter dat persoon 4 inmiddels een kind had dat Levi heette. Het was een lelijk kind dat hield van aardbeien, maar dat weerhield de moeder er niet van om talloze foto’s te posten. Persoon 5 had een baan die zo saai klonk dat ze zich afvroegen of hij er zelfmoordneigingen door zou ontwikkelen. Persoon 6 had nog steeds een relatie met persoon 7. Persoon 8 was ooit vanwege zijn autisme op televisie geweest. Een paar mensen verlangden ernaar om autisme te hebben. Persoon 9 had in Amerika gestudeerd. Persoon 10 woonde nog steeds in het slaperige dorpje waar ze alle drieëndertig vandaan kwamen. Persoon 11 was verleden jaar Prins Carnaval geweest. Persoon 12 was getrouwd en waanzinnig gelukkig. Nadat ze persoon 12 hadden gegoogeld, klapten ze ontgoocheld hun laptop dicht. De eventuele zin die ze in een reünie hadden gehad, verdween bij de gedachte dat ze persoon 12 zouden ontmoeten. Persoon 1 vloekte binnensmonds.