donderdag 7 maart 2013

Ik ben persoon 12


Persoon 1 kwam op het idee. Ze kwam op het idee in de week waarin ze ging samenwonen met haar vriendje en haar jaarcontract met weer een jaar verlengd was. Het was tijd voor een reünie.

Ze verstuurde een e-mail. Persoon 2 las die niet, want zijn adres (ikhoudnietvanerwtensoep@hotmail.com) was onbruikbaar geworden. Ook persoon 3 zou de e-mail niet ontvangen. Persoon 3 woonde tegenwoordig in een klooster in India, waar de internetverbinding niet optimaal was. De overige dertig personen lazen de e-mail. Ze hadden gedachten die varieerden van ‘Een reünie, wat tof, hier heb ik al die jaren op zitten wachten!’ tot ‘O nee hè, niet weer’. Daarna sloegen ze collectief aan het googelen.

Zo kwamen ze erachter dat persoon 4 inmiddels een kind had dat Levi heette. Het was een lelijk kind dat hield van aardbeien, maar dat weerhield de moeder er niet van om talloze foto’s te posten. Persoon 5 had een baan die zo saai klonk dat ze zich afvroegen of hij er zelfmoordneigingen door zou ontwikkelen. Persoon 6 had nog steeds een relatie met persoon 7. Persoon 8 was ooit vanwege zijn autisme op televisie geweest. Een paar mensen verlangden ernaar om autisme te hebben. Persoon 9 had in Amerika gestudeerd. Persoon 10 woonde nog steeds in het slaperige dorpje waar ze alle drieëndertig vandaan kwamen. Persoon 11 was verleden jaar Prins Carnaval geweest. Persoon 12 was getrouwd en waanzinnig gelukkig. Nadat ze persoon 12 hadden gegoogeld, klapten ze ontgoocheld hun laptop dicht. De eventuele zin die ze in een reünie hadden gehad, verdween bij de gedachte dat ze persoon 12 zouden ontmoeten. Persoon 1 vloekte binnensmonds.

vrijdag 1 maart 2013

Rauwe bonen


In de supermarkt
De haren zijn het ergst. Al hoef je die niet op te eten. Ze aarzelt, weegt de kiwi op haar hand. Denkt aan de pitjes en legt de kiwi weer terug. Naast de kiwi’s liggen de bananen. Ze heeft wel eens gelezen dat bananen over een paar jaar zullen uitsterven. Nu het nog kan, zou ze ze eigenlijk moeten kopen. Ze zijn zelfs in de aanbieding. Net als ze haar hand uitsteekt om de bananen te pakken, denkt ze aan de reden dat ze uitsterven. Schimmelziektes. Misschien kan ze toch beter kiwi’s kopen. Die haren zijn eigenlijk best lief, op een bepaalde manier. Ze aait er eentje en legt hem met een zucht in haar mandje.

Bij het sollicitatiegesprek
‘Wat zijn je goede eigenschappen?’ De man zit op een keukentrapje. Zijzelf op een krukje. Zitten wordt in deze winkel sterk ontmoedigd.
‘…’
‘Geen goede eigenschappen?’ De man lacht. ‘Slechte dan?’
‘O ja…’, zegt ze. Herinnert zich dat het een sollicitatiegesprek is en vervolgt: ‘Maar ook goede, hoor. Ik ben klantvriendelijk en werk nauwkeurig.’ Een rechtstreeks citaat uit haar sollicitatiebrief.
‘Vind je het vervelend als de pauzes niet op vaste tijden zijn?’ vraagt de man. ‘Het kan hier erg druk zijn, soms is er eigenlijk geen tijd om te eten.’
‘O, dat is geen probleem.’
Ze wordt aangenomen.

In de slaapkamer
Het is twee uur ’s nachts. Ze kan niet slapen. Ze heeft honger. Het is drie uur ’s nachts als ze zich realiseert dat die twee problemen onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Als ze slaapt, voelt ze geen honger. Aangezien het niet lukt om in slaap te vallen, is het tijd voor de omgekeerde methode. Dus kruipt ze uit bed en vindt achter in een keukenkastje een reep chocolade. Staande eet ze. Als ze weer in bed ligt, kan ze nog steeds niet slapen. Haar mond voelt zoet en slijmerig, maar haar maag rammelt niet meer. Ze ervaart het als een verbetering. Ze weet dat ze pas beter zal worden als ze het overdag ook zo zou ervaren.

In de winkel
‘Wilt u er een plastic tasje bij?’ 
Ja, dat wil de oude mevrouw wel. Want het regent.
‘Nee hoor, probeert u het gerust nog eens. Een momentje.. Ja, nu kan het.’ 
De man tikt opnieuw een verkeerde pincode in.
‘Nog een prettige dag verder!’ Haar wordt hetzelfde toegewenst. ‘Dankjewel.’ Ze meent het. Door al die ‘jij ooks’ en ‘hetzelfdes’ is het inderdaad een prettige dag.
‘Er stond in de folder dat hier korting op zou zitten, 25%, ik weet het zeker. Anders hoef ik het niet, dan wordt het veel te duur en alles is al zo duur tegenwoordig…’
Natuurlijk, er zijn ook mindere momenten.

In de badkamer
Sinds kort heeft ze een elektronische weegschaal. Als kind sprong ze er altijd op. Ze vond het leuk als de wijzer naar de 80 zwiepte, of zelfs nog hoger. Bij een elektrische weegschaal kan dat niet. Er is zo veel veranderd. Alles eigenlijk, behalve haar gewicht. Ze glimlacht.