zaterdag 31 oktober 2009

Espresso-fictie

Op ruwe planken (http://www.opruweplanken.nl/) heeft een wedstrijd georganiseerd waarbij je uitgedaagd wordt om een verhaal van zestig woorden te schrijven. Ik had meegedaan, samen met nog ruim driehonderd anderen. Ik ben verder niet genomineerd, wat ook niet verbazingwekkend is met zoveel inzendingen. Het lijkt me ontzettend lastig te jureren, in zestig woorden is veel mogelijk. Toch ben ik wel tevreden over mijn inzending:


Op haar verjaardag gaf haar vriend haar oorbellen in de vorm van hoefijzers. Eerst was ze blij, maar later bleek dat de punten van de hoefijzers steeds naar beneden draaiden. Een week later maakte hij het uit. Ze voelde het geluk uit haar oren sijpelen.

vrijdag 30 oktober 2009

Alles nieuw

Twee van mijn favoriete gedichten/versjes zijn Twijfellied en Ozo heppie van Joke van Leeuwen. Ze zijn oorspronkelijk voor kinderen bedoeld, maar dat maakt natuurlijk niets uit. Ik heb haar een keer zien optreden bij Saint Amour en dat deed ze geweldig, dus toen ik haar roman Alles nieuw zag staan, was ik direct nieuwsgierig. Alles nieuw gaat over Ada, een oude vrouw die geen contact meer heeft met haar dochter, en over Lara, een jonge kunstenares die in alles een project ziet en een kamer huurt bij Ada. De hoofdstukken zijn afwisselend vanuit het perspectief van Lara en van Ada geschreven. Opvallend daarbij is dat Ada vanuit de derde persoon wordt beschreven, terwijl Lara vanuit de ik-persoon vertelt. Joke van Leeuwen lijkt redelijk luchtig te schrijven, er zitten erg mooie en grappige beelden (letterlijk en figuurlijk) beelden in deze roman, maar de thema's zijn eigenlijk erg serieus. Alleen het einde van de roman vond ik ietwat kort door de bocht, ik was veel liever nog een stuk verder met deze personen meegereisd, ik wilde weten hoe het verder ging.

dinsdag 27 oktober 2009

Analyse van het stoppen met lezen

Dit jaar wordt er opnieuw een editie gehouden van 'Het verhaal der Lage Landen', oftewel de 'CJP kortverhalenwedstrijd', die ik vorig jaar gewonnen heb. In dit kader ben ik geïnterviewd, het resultaat is hier te lezen: http://www.cjp.be/nieuws/2009/10/25/marleen-van-der-velden

Verder heb ik ook nog een kort prozastukje geschreven. Hopelijk lukt het me om snel ook weer een langer verhaal te schrijven.

Analyse van het stoppen met lezen

De eerste manier is de meest voor de hand liggende: stoppen met lezen omdat het boek uit is, omdat je de laatste bladzijde hebt omgeslagen en zelfs de dankbetuiging uitgespeld hebt.

De tweede is de manier van de tijd. Om precies elf uur zal je je boek dichtslaan en gaan slapen. Om precies vijf uur ga je koken. De derde manier is die van de bladzijde. Bij pagina vijfendertig leg je je boek weg. De vierde manier is die van de witregel. Als je bij het volgende hoofdstuk bent, ga je de hond uitlaten.

De vijfde is de manier van de externe omstandigheden. Je moeder pakt je boek af en snauwt dat je nú moet gaan slapen. Je kinderen jengelen dat ze honger hebben. De hond staat blaffend bij de deur.

Combinaties zijn natuurlijk ook mogelijk. Mensen beginnen ongedurig met hun voet te tikken, maar jij leest om precies acht uur nog snel de laatste bladzijde uit.

donderdag 22 oktober 2009

Optredens

Gisteren heb ik opgetreden bij Onbederf'lijk Vers. Ik deelde samen met Adriaan van Dis en Ivo Allewaert het podium in de bibliotheek en dat pakte (volgens mij) erg goed uit. Ik heb er erg van genoten, het publiek hopelijk ook. Soms lachten ze, dat leek me een goed teken.

Aanstaande zondag treed ik ook weer op, bij het Poëthement in bibliotheek Eindhoven. Dit is voor een kleiner publiek weliswaar en ook maar voor vijf minuten, maar ik verheug me er toch op. Meer informatie op: http://www.dse.nl/node/view/2595

zondag 18 oktober 2009

J. Kessels: the novel

Ik had al eerder romans van P.F. Thomése gelezen. Het poëtische Schaduwkind, wat ik erg mooi en ontroerend vond, en Het zesde bedrijf, een historische roman. Deze twee romans verschilden al erg van elkaar, maar J.Kessels: the novel is weer een heel ander soort roman, namelijk een reisverslag. Overigens valt te hopen dat deze reis nooit daadwerkelijk heeft plaatsgevonden. De titel doet vermoeden dat het over Jos Kessels gaat, omstreeks Eindhoven een Bekende Nederlander, ik weet eigenlijk niet of dat ook voor andere delen van Nederland geldt. En inderdaad speelt Jos Kessels een rol in deze roman en doet hij daarin precies wat men van J. Kessels verwacht: muziek luisteren, roken en af en toe zich ergeren, maar het hoofdpersonage is hij niet. Ook P.F. Thomése zelf is een personage, het personage van de Schrijver. Hierdoor is het boek vanuit een interessant perspectief geschreven, want Thomése doet dus verslag van een bizarre reis die van Tilburg naar Hamburg gaat en van daaruit weer naar Breda. Er gebeuren zulke absurde dingen dat je denkt dat het nooit echt gebeurd kan zijn, maar dan staat er op bladzijde 145: "En dan maar roepen dat ik - omdat ik toevallig de Schrijver in het gezelschap was - het allemaal zelf zou hebben bedacht. Echt niet! Dan had ik voor mezelf heus wel een comfortabeler positie verzonnen, dacht ik zo." Zinnen als deze maken de roman leuk om te lezen en hoewel het soms gruwelijk is, moest ik ook af en toe hardop lachen. Er worden grappige beschrijvingen geschreven en dialogen worden precies zo weergegeven als ze uitgesproken zijn. Dialect en Duits wordt dus niet geschuwd. Ik weet niet of deze roman ook een aanrader is voor mensen die nooit de columns van J. Kessels hebben gelezen en ergens boven de rivieren wonen, maar ik vermoed dat ook op hen de humor en absurditeit vat zal hebben.

woensdag 14 oktober 2009

Knieën en haren

Knieën en haren

‘Ik word later zangeres’, zei Susie. ‘En jij?’
‘Ik wil later plakband worden’, zei Ester.
‘Kan niet.’ Geluid van voorbijrazend verkeer. ‘Bedoel je het rolletje of de houder?’
‘Allebei.’
‘Kan niet. Dat zijn twee losse onderdelen. Je kan geen twee dingen tegelijk zijn.’
Ester rukte een handvol haar uit Susies hoofd.

Patricia zette het kind op de onderste trede van de trap. Dat had ze op televisie gezien. ‘Nu blijf je hier een kwartier zitten. Je bent heel stout geweest.’
Ester bleef een kwartier lang op de trap zitten. Hardop telde ze tien keer tot zestig. Elke keer als ze bij tien was, kwam er een nieuwe vinger uit haar vuist tevoorschijn, totdat het geen vuisten meer waren, maar gewoon handen met wat omgebogen vingers. Toen alle vingers uitgestrekt waren, vouwde ze haar linkerhand weer dicht en telde nog vijf keer. Precies op het moment dat ze voor de laatste keer ‘zestig!’ riep, kwam Patricia weer terug.
‘Begrijp je wat je fout hebt gedaan? Je mag geen geweld gebruiken. Je had een hele pluk van Susies haar in je hand!’
‘Dat hoorde niet meer bij Susie.’
Patricia moest zich inhouden om haar geen klap te geven, maar ze wist zich te bedwingen. Als ze nu haar dochter zou slaan, zou dat haar opvoedkundige boodschap niet ten goede komen. ‘Ga haar je excuses aanbieden.’

‘Sorry Susie.’
‘Zullen we samen muziekschooltje spelen?’

Op school. Het was pauze.
‘Zijn jullie zusjes?’
‘Ja’, zei Ester.
‘Nee’, zei Susie.
‘We wonen in hetzelfde huis.’
‘We hebben niet dezelfde ouders.’
De hele klas luisterde geïnteresseerd. Juf Annika zou vreselijk jaloers zijn geworden als ze de leergierigheid op hun gezichten had gezien, maar ze was druk bezig met koffiezetten voor meneer Toon.
‘Jullie hebben toch dezelfde vader?’, vroeg hun buurjongen.
‘Dat is mijn vader’, zei Susie. ‘We wonen met mijn ouders en met de moeder van Ester in één huis.’
‘Dat heet een harem’, zei een wijsneus. ‘Hun vader heeft meerdere vrouwen, dan heb je een harem. Heb ik gelezen.’
Susie sloeg hem een bloedneus.
‘Dat is mijn vader’, herhaalde ze. ‘Ester heeft geen vader.’

De volgende dag begonnen ze Ester het hoerenkind te noemen.

‘Als ik iemand een bloedneus sla, hoe lang moet ik dan op de trap zitten?’
‘Hoezo?’ Patricia keek wantrouwend naar haar dochter. ‘Je hebt toch niet gevochten, hè?’
‘Nee.’ Zij niet. Nog niet.
‘Geweld is slecht. Als jij iemand slaat, moet je minstens een half uur op de trap zitten.’
‘En Susie?’
‘Als je Susie zou slaan, zou je op de trap moeten slapen.’
Ester zuchtte geïrriteerd. ‘Neehee, wat als Susie iemand zou slaan?’
‘Dan zou Myrna een straf voor haar bedenken. Maar Susie is een veel liever meisje dan jij, zij zou nooit zomaar iemand slaan.’
‘Pff’, deed Ester.
‘Je bent toch niet aan het klikken? Dan moet je ook een half uur op de trap zitten.’
Geluid van voorbijrazende auto’s.

Geluid van een motorfiets.
‘Het is Henk!’ Patricia’s stem, vol afgrijzen.
Ester rende naar de deur.
Susie was er eerder. Ze duwde Ester opzij en rende de tuin in. Ester schaafde haar knie aan de tegels, maar krabbelde snel overeind. De man in motorpak, compleet met paardenstaart en lange baard, keek even vertwijfeld naar de twee kinderen. Zag de krullen waarin hij Patricia herkende en liep naar Ester toe.
‘Hoi Ester.’
‘Hoi papa.’ Het oefenen ’s avonds in bed had geholpen, de woorden rolden heel natuurlijk uit haar mond.
‘Kan die motorfiets vliegen?’, vroeg Susie.
‘Zoals die van Hagrid’, verduidelijkte Ester.
Henk knikte vastberaden. Haalde een paraplu tevoorschijn en knipoogde naar hen.

‘Het is een lastig kind’, zei Patricia. ‘Heel anders dan Susie. Susie kan ontzettend mooi zingen, weet je. Ester is eigenlijk nergens goed in. Maar ja, dat had ik ook niet verwacht.’
Henk schudde zijn hoofd.

‘Wil je mijn school zien?’
Henk wilde heel graag Esters school zien.
Bij het hek stond een groepje kinderen. ‘Kijk, daar heb je dat hoerenkind weer.’
‘Heb je hen weleens een pak slaag gegeven?’, informeerde Henk.
‘Mama zegt dat geweld slecht is.’
‘Dat komt omdat Patricia een vrouw is. Vrouwen houden niet van pijn.’
Ester dacht aan de schaafwond op haar knie. ‘Ik ook niet.’
‘Jij bent ook een vrouw.’
‘Maar ik houd wel van geweld.’
Henk lachte. ‘Dat komt omdat je een kind bent.’
‘Hoe een kind.’
‘Een bijzonder kind.’

Later aten ze frietjes in een snackbar waar één tafeltje stond.
‘Ga je straks weer weg?’
‘Ja’, gaf Henk toe.
‘Weer zes jaar?’
‘Dat weet ik nog niet.’
‘Mag ik mee?’, zei Ester zacht.
‘Natuurlijk. Tenminste, als je op een motor durft.’
Ester durfde te vliegen.

‘Papa, ik wil later plakband worden.’
‘Waarom geen nietmachine?’
Ester knikte tevreden.

zondag 11 oktober 2009

Piet Paaltjens Schrijfwedstrijd

Inmiddels is bekend dat ik bij Onbederf'lijk Vers het podium zal delen met Adriaan van Dis en Ivo Allewaert. Verder heb ik te horen gekregen dat ik samen met negentien anderen genomineerd ben voor de Schrijfwedstrijd Piet Paaltjens in Schiedam. De drie winnaars worden 15 november bekendgemaakt, maar ik ben natuurlijk al erg blij met deze nominatie. De laatste tijd heb ik mij vooral gericht op het dichten, maar hieruit blijkt dat er ook nog steeds mensen zijn die mijn proza graag lezen.

woensdag 7 oktober 2009

De mooiste dagen zijn het ergst

De kaft van De mooiste dagen zijn het ergst van Anke Scheeren deed me onmiddellijk aan Wie scheep gaat van Raschja Peper denken. Dat vond ik een erg mooi boek en juist daarom wist ik niet of het nu positief of negatief was dat deze roman me eraan deed herinnerde. Op beide omslagen zijn badeendjes te zien, beide romans gaan over het onderzoeken van zeestromingen door het loslaten van badeendjes. Tot zover deze vergelijking.
De mooiste dagen zijn het ergst is het debuut van Anke Scheeren, die in 2004 de voorronde van Write Now! Maastricht won. Dat is te merken. De roman is in een onmiskenbare writenowstijl geschreven. Dat is niet erg, integendeel, het maakt het boek prettig leesbaar. Wrang, humoristisch en bij vlagen wat dramatisch. De roman gaat over Lena, wier moeder in Frankrijk woont en ziek is. Ze woont in een sporthal die gesloopt gaat worden en weet niets van haar vader, behalve dat hij Oscar heet. Na de dood van haar moeder komt daar verandering in. Ik vond het een mooie roman, alleen de hoeveelheid motto's vond ik lichtelijk overdreven en onnodig. Het is te hopen dat Anke Scheeren meer romans zal schrijven.

dinsdag 6 oktober 2009

Hij leest een boek

Hij leest een boek

Sinds de boom is vervangen door de maan
loopt hij rond in verwarring en vergt zelfs
het vasthouden van de vulpen te veel inspanning.

De roos en de vis staan nog steeds naast elkaar,
maar het vuur is verdwenen, men hecht meer belang
aan sokken. Veilige warmte is hem te saai, dus
neemt hij de benen. Niet naar plaatsen met apen
en noten, maar naar tuinen vol mussen en kabouters
die Pim en Sam heten.

En hij denkt dat de wereld is als een avi-niveau,
hoe moeilijker hoe beter.